Atopische dermatitis bij honden

Vetall allergie onderzoek – diagnostische informatie voor de dierenarts

Naast analyses voor de hond zijn voor de dierenarts ook analyses beschikbaar voor de kat en het paard.

Oorzaak

Het centrale mechanisme van deze ziekte ligt in de voorbestemde tendens (erfelijke aanleg) een IgE antistoffen antwoord op een antigeen stimulus op te bouwen. Dit is typisch wanneer de stimulus via respiratoire of percutane wegen wordt veroorzaakt.

Voorkomen

Atopie is een veelvuldig voorkomend dermatologisch probleem bij honden. Ongeveer 10 tot 15 % van de honden heeft met deze ziekte te kampen. Het voorkomen van de klinische symptomen begint rond de leeftijd van zes maanden tot twaalf jaar. 70 % van de atopische dieren vertoont klinische tekens tussen de leeftijd van één tot drie jaar.

Fysiologie

Na stimulering door allergenen bindt IgE anti-allergeen aan de mastcellen in epidermis en dermis. Cross-linking van het aldus aan de mastcellen gebonden IgE met het desbetreffende allergeen resulteert in degranulatie van de mastcellen met als gevolg :

  1. Onmiddellijke vrijstelling van inflammatoire mediators zoals histamine, heparine en proteolytische enzymen.
  2. Vervolgens vorming en vrijstellen van andere belangrijke proinflammatoire mediators zoals prostaglandines, leucotrienes enz.

De door de mastcellen geloste mediatoren trachten de vreemde ingedrongen substantie (bijvoorbeeld graafmijten) te vernietigen. Bij allergische dieren is het gehele systeem overgevoelig en de productie van mediatoren komt eveneens voor bij schijnbaar onschuldige substanties zoals pollenkorrels, schimmels en huisstofmijten (Dermatophagoïdes pteronyssus). Deze laatsten zijn momenteel de belangrijkste bron van allergenen voornamelijk de minuscule faecale pellets van halfverteerd voedsel en verteringsenzymen. Voor een abnormale immune respons moeten de gepredisponeerde huisdieren wel gesensitiseerd zijn door herhaald blootstellen aan het allergeen.

Symptomen

De uit de mastcel vrijgestelde mediatoren veroorzaken verscheidene huidveranderingen waaronder vasodilatatie, oedeem en ontstekingsreacties. De huid verdikt, wordt vettig en heeft een sterke geur. Zonder behandeling verergert pruritis in functie van de leeftijd. Meestal begint atopische dermatitis in de eerste twee levensjaren.

Kenmerkend is het voortdurend likken en knagen aan klauwen, abdomen en perineum. De oorflappen verkleuren roodachtig en verhitten. Huid en vacht kunnen in deze periode een normaal aspect hebben. Wanneer de toestand verergert, kan naast een vochtige dermatitis en oorinfecties eveneens een veralgemeende pruritis, alopecia en roodverkleuring van de huid optreden. Bacteriële en schimmelinfecties kunnen voorkomen.

Belangrijk is dat aansluitend bij de directe stimulus voor pruritis er een aantal factoren zijn die de drempel voor het ontstaan van jeuk kunnen moduleren. Drempelverlaging voor jeuk kan veroorzaakt worden door:

  1. prostaglandines
  2. droge huid en xerosis

Essentieel in het vaststellen van epitopische dermatitis zijn het doorgronden van de begrippen drempelwaarde hypersensiviteit voor pruritis en de totaliteit der stimulerende prikkels. Drempelwaarde hypersensiviteit wordt bepaald door het feit dat beperkte allergenische prikkels door het dier verdragen kunnen worden zonder klinische symptomen. Indien de allergenische druk toeneemt, wordt de drempelwaarde overschreden en zal het dier symptomen vertonen.

Diagnoses

Diagnose door de dierenarts van atopie (inhalatie van pollenkorrels) is gebaseerd op het verleden van de patiënt, milieu, symptomen (tijdelijk), evaluatie differentiële diagnose en allergietesten.

Sommatie van prikkels wordt vastgesteld wanneer de jeuk-drempelwaarde bereikt is en bijkomende prikkels het gevoel van pruritis versterken. Het is niet noodzakelijk dat de allergische stimuli van dezelfde origine zijn. Allergie is meestal gekenmerkt door pruritis die bij de hond rond of op snuit, ogen, romp en poten kan waargenomen worden.

Nochtans dient men bij differentiële diagnose rekening te houden met vlooien (meest voorkomende oorzaak van jeuk, toepassen van anti-vlo programma is strikt noodzakelijk), pyoderma, mijten (voornamelijk Sarcoptes sp.) en schimmels (Malassezia , Dermatophytes).

Ook voedsel sensitiviteit kan allergische huidveranderingen veroorzaken en kan simultaan met atopische dermatitis voorkomen. Dieetproeven met nooit eerder toegediende proteïnen kunnen uitsluitsel brengen.

Bij ernstige bacteriële huidinfecties met pruritis kan een vals beeld van allergie leiden tot een foutieve diagnose.

Indien deze factoren uitgesloten zijn, kan de dierenarts overgaan tot de allergietesten ofwel de:

  1. In vivo gebruikte intradermale huidtesten, die zeer gevoelig zijn en snel resultaat geven.
    Nadeel: sedatie en scheren noodzakelijk. Test is subjectief (niet gestandardiseerd). Anaphylaxis kan optreden.
  2. In vitro testen (ELISA techniek) hebben bovengenoemde nadelen niet maar veel gebruikte reagentia (poly- of mono-clonale antistoffen) voor IgE bepaling, vertonen kruisreactiviteit met IgG met als gevolg vals positieve resultaten. De correlatie met in vivo methoden is laag.

Door gebruik te maken van geavanceerde technologie werd een receptor (epsilon chain specific) ontwikkeld met zeer hoge affiniteit en specificiteit voor IgE bindingsplaatsen. In de door VLN gebruikte Vetall ELISA testen wordt deze IgE marker gebruikt in plaats van de klassieke poly- of monoclonale antistoffen. De correlatie met intradermale testen is zeer goed, namelijk een gemiddelde sensitiviteit van 83% en specificiteit van 81%.

Behandeling

  1. Symptomatische behandeling met koel baden in gemediceerde shampoo’s geeft tijdelijk effect in onderdrukking van de jeuk. Het gebruik van Omega 3 & 6 vetzuren in de voeding kan gunstig zijn voor de conditie van de huid.
  2. Antihistaminica (diphenhydramine, chlorapheniramine, hydroxyzine) kunnen verlichting geven en zijn relatief veilig. Nadelig is het sederend effect.
  3. Corticosteroïden zoals prednisone, depomedrol en dexamethazone reduceren inflammatie en daardoor de jeuk. Nevenwerkingen zoals verhoogde eetlust, dorst en frequent urineren kunnen optreden.
  4. Door het voortdurend bijten en krabben komt een bacteriële infectie snel voor, welke een antibiotica behandeling vereist.

Immunotherapie kan in 70 tot 75% van de gevallen helpen. Nadeel van hyposensibilisatie zijn de hoge kostprijs (vaststellen van de verantwoordelijke allergenen) en de langzame werking (zes tot twaalf maanden).

Onderzoek

Onderzoek vindt plaats door het identificeren van de betrokken allergenen (inhalatie en voedsel) via de semi-kwantitatieve Vetall ELISA in serum. Bent u dierenarts en geïnteresseerd in de Vetall screening? Neem gerust contact op voor meer informatie.

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten