Allergie bij het paard

Allergie bij het paard komt, net als bij honden en katten, ook regelmatig voor. Insecten, onkruid, grassen en bomen pollen kunnen vaak allergieën veroorzaken bij paarden. Andere allergische triggers zijn huisstofmijt en schimmels, die zich bevinden in vochtig hooi of stro, en voedsel.

Paardenallergieën worden vaak geassocieerd met luchtwegklachten zoals hoesten, raspende ademhaling, lichte inspanningsintolerantie en hoofdschudden. Naarmate de allergische aandoening vordert, wordt het hoesten meer en meer frequent en dieper. Een loopneus en tranende ogen zijn vaak vroege tekenen van allergieën. Dermatologische symptomen komen ook veel voor. Deze omvatten jeuk, terugkerende netelroos en/of kleine flat-topped bumps (wheals), fragmentarisch haarverlies als gevolg van overmatig wrijven of korstvorming.

Een van de meest voorkomende allergieën bij paarden is de summer dermatitis (zomereczeem), een seizoensgebonden huidprobleem, veroorzaakt door de beet van het Culicoides insect. De symptomatologie is heel typerend, met laesies in de nek, gezicht en staart tijdens de zomerperiode.

Symptomen paardenallergie

Deze kunnen over het algemeen worden verdeeld in dermatologische (huid) en respiratoire (luchtwegen) tekenen.

Dermatologische symptomen

• wrijven of jeuk bij manen en staart
• urticaria (netelroos)
• schurft, zweren
• dunner wordend haar of kale plekken
• verdikte, geschubde huid
• gezwollen en/of tranende ogen

Ademhalingsverschijnselen

• chronisch hoesten
• gehandicapte ademhaling
• “heaves line“
• oefening intolerantie
• slechte prestatie
• snot

Hoofdschudden en andere hoofdgebreken kunnen ook veroorzaakt worden door allergie bij sommige paarden.

Diagnose

Het stellen van een diagnose bevat de geschiedenis van een paard, alle andere oorzaken van klinische symptomen, zoals parasitaire luizen of mijten, infectie, nadelige voedselreactie of reactie op geneesmiddel. Allergische ziekte is in hoge mate een diagnose van eliminatie.

Oorzaken

Allergie ontwikkelt zich wanneer het immuunsysteem van het lichaam overmatig reageert op veel voorkomende stoffen in het milieu die allergenen worden genoemd. Voorbeelden zijn pollen van grassen, bomen en onkruid, huisstofmijt, schimmels, organisch stof zoals hooistof, insecten en bepaald voedsel.

Allergenen komen het lichaam binnen na huidcontact, inademing of ingestie.

Wanneer een allergisch paard wordt blootgesteld aan allergenen, produceert het specifieke antilichamen die bekend staan als IgE’s. Deze antilichamen binden aan mestcellen in de huid, de luchtwegen of het darmkanaal. Na herhaalde blootstelling aan allergenen geven de mestcellen een verscheidenheid aan onaangename chemicaliën af die verantwoordelijk zijn voor de tekenen van allergie.

Het is allergie – wat nu?

Na het bereiken van een klinische diagnose van allergie kan uw dierenarts een bloedtest aanbevelen om te proberen de specifieke allergenen te identificeren die uw paard aantasten.

Vetall is een allergietest speciaal ontworpen voor diergeneeskundig gebruik, een klein bloedmonster is alles wat nodig is. De test kan antilichamen (IgE) detecteren tegen een verscheidenheid aan allergene omgevingen en insecten die mogelijk de onderliggende oorzaak zijn van uw paardenproblemen.

Wanneer uw dierenarts een negatieve voedselreactie vermoedt, kan een voedseltest met Vetall nuttig zijn.

Vermijden van allergieën kan een effectieve vorm van management zijn en moet altijd worden geprobeerd. Als uw paard positief voor pollen antilichamen is, probeer dan om ze te vermijden.

Wanneer jeuk wordt gediagnosticeerd, kan uw dierenarts de meest geschikte methoden voor muggen-controle bespreken, zoals ophangen tussen zonsopgang en zonsondergang, gebruik van plafondventilatoren om tocht te maken, vliegwerende middelen en anti-vliegen vloerkleden. Immunotherapie kan ook worden aanbevolen.

Desensitisatie

Als allergeenvermijding niet effectief is, kan uw dierenarts een desensitisatieprogramma aanbevelen dat allergeen-specifieke immunotherapie (ASIT) wordt genoemd. Dit omvat het injecteren van aangepaste voorbereidingen van de juiste allergenen (geïdentificeerd met de Vetall test) in een poging tolerantie te creëren en klinische symptomen af te schaffen. Boosters worden elke vier weken gegeven om deze staat van tolerantie te handhaven. ASIT is beschikbaar voor de meeste van de in de test opgenomen omgevingsallergenen en om jeuk te behandelen.

Voordelen immunotherapie

Uw paard kan corticosteroïdtherapie (steroïden) nodig hebben om tekenen van allergie onder controle te krijgen, maar steroïden kunnen ernstige bijwerkingen hebben zoals hoefbevangenheid. Immunotherapie kan het gebruik van steroïden helpen voorkomen, of in ieder geval de benodigde dosis aanzienlijk verlagen. Succesvolle immunotherapie kan uw paard in staat stellen om een meer vervuld leven te leiden zonder het risico van ongewenste bijwerkingen.

Wanneer antilichamen tegen voedsel worden gedetecteerd, ter ondersteuning van een diagnose van voedselallergie of intolerantie, kunnen de resultaten worden gebruikt om de meest geschikte ingrediënten voor een dieetproef te selecteren. Iedereen moet toegewijd zijn om uw paard te helpen bij het volgen van dit speciale dieet.

Neem de volgende stap…

Vermoedt u dat uw paard aan een allergie lijdt, neem dan zo snel mogelijk contact op met uw dierenarts om onderzoek, testen en behandelopties te bespreken.
De Vetall test is een belangrijke stap op weg naar het verhelpen van de klachten van uw paard.